Noordoostpolder
De Stokroos, Alcea Rosea, komt uit de kaasjeskruidfamilie: Malvaceae.
Eigenlijk zijn er zijn twee soorten stokrozen:
De vaste plant stokroos: Alcea x Althaea , verkregen door kruising van een stokroos met heemst.
Hiervan zijn drie variëteiten: de witte Park Allee, de licht roze Park Frieden en de lila roze Park Rondell. Deze zijn goed winterhard, maar komen wel laat op gang. Ze bloeien wel lang: zelfs tot in oktober, maar ze zaaien zichzelf niet uit.
De twee tot meerjarige plant:Alcea rosea. Deze bestaan in vele kleuren en in diverse variëteiten. Ze bloeien van eind juni tot begin september en zaaien zichzelf uit. De bekendsten zijn:
a) Ficifoli: met vijgenbladachtige bladeren
b) Pallida: bleke stokroos met hartvormige bloemblaadjes
c) Rugosa: gekreukte stokroos, die zeer vertakt is
d) Chaters: dubbelbloemigen
Stokrozen houden van zon en van goed gedraineerde vruchtbare grond. Hier worden ze ruim 3 meter hoog en daardoor knoop ik ze altijd vast.
Zo gauw het zaad rijp is, kun je het zaaien. De planten zullen binnen een week boven staan en het jaar erop bloeien. Ook kun je ze in het voorjaar te zaaien, maar dan heb je dat jaar geen bloemen.
Stokrozen staan bekend als tweejarig, maar als je ze elk jaar begin september afknipt, verspillen ze hun energie niet in het maken van zaad. Zo heb je voor de winter weer sterke planten. Het zijn geen langlevende planten: elk jaar gaan er wel een paar verloren en zaai ik weer bij. Bij zaailingen kun je van te voren niet zeggen in welke kleuren ze zullen bloeien. Dat maakt het juist zo verrassend en daardoor is onze kleurrijke stokrozenverzameling voortdurend ‘in beweging’.
